Gemeente van Christus  Houthalen Oost

Hebreeën les 17

In de zestiende les zagen we hoe Isaak door geloof in wat komen zou zijn zegen gaf aan Jakob aan Esau. Ook Jakob koesterde dit geloof in het toekomstige door de kinderen van Jozef te zegenen en om te vragen zijn gebeente mee te nemen wanneer het zover zou zijn. De ouders van Mozes koesterden eveneens geloof in God toen zij Mozes drie maanden lang verborgen. Toen Mozes groot was geworden, wilde hij liever kwaad met Gods volk verdragen dan tijdelijk van de zonde te genieten. Door dit geloof heeft hij het Pascha gehouden en bloed aan de deuren doen aanbrengen.

Het geloof van het volk Israel aan de Rode Zee

Door het geloof zijn zij door de Rode Zee gegaan als over droog land, terwijl de Egyptenaars, toen zij het ook beproefden, verzwolgen werden” Hebreeën 11:29.

Onder leiding van Mozes ging het volk door de Rode Zee, nadat de Farao zijn weerspannigheid tegenover de Here en Zijn volk had opgegeven. Toen ze aan de zee naderden, leek het echter dat ze zouden worden gedood door de Egyptenaren. Het volk werd bevreesd en schreeuwde het uit tegen God en Mozes (Exodus 14:10-13). De Farao was met zijn hele leger het volk van Israel achterna gegaan omdat hij spijt had gekregen dat hij hun had laten gaan (Exodus 14:5). Mozes stelde hen gerust en deed hen vertrouwen op God. “Toen strekte Mozes zijn hand uit over de zee en de Here deed de zee de gehele nacht door een sterke oostenwind wegvloeien, maakte haar droog, en de wateren werden gespleten. Zo gingen de Israelieten in het midden der zee op het droge; terwijl rechts en links de wateren voor hen waren als een muur” Exodus 14:21-22. Mozes leidde hen door geloof doorheen de muren van water. Het volk volgde Mozes na in geloof. Hieruit leren we ook hoe belangrijk ons eigen geloof is voor de mensen die ons omringen. Ons voorbeeld van geloof kan het ongeloof van anderen veranderen in geloof.

De Egyptenaren echter, toen zij de Israelieten probeerden na te volgen, werden verzwolgen door het water. “En Mozes strekte zijn hand uit over de zee en tegen het aanbreken van de morgen vloeide de zee terug in haar bedding, terwijl de Egyptenaren haar tegemoet vluchtten; zo dreef de Here de Egyptenaren midden in de zee. De wateren vloeiden terug en bedekten de wagens en de ruiters van de gehele legermacht van Farao, die hen in de zee achterna getrokken waren; er bleef van hen niet een over” Exodus 14:27-28. Israel was succesvol vanwege hun geloof, de Egyptenaren faalden vanwege hun ongeloof.

Het geloof van het volk Israel aan Jericho

Door het geloof zijn de muren van Jericho neergestort, nadat het volk er zeven dagen lang omheen getrokken was.  Door het geloof is Rachab, de hoer, niet met de ongehoorzamen omgekomen, daar zij de verspieders met vrede had opgenomen” Hebreeën 11:30-31.

Het valt op dat er geen vermelding wordt gemaakt van de veertig jaren in de woestijn. Eerder in de Hebreeënbrief zagen we reeds dat deze jaren werden gekenmerkt door ongeloof (Hebreeën 3:8-19).

Door geloof zijn de muren van Jericho neergestort. Jericho was een versterkte stad met krachtige helden (Jozua 6:1-2). God beloofde hen de om Jericho in hun handen te geven, maar ze moesten eerst iets doen. “Gij moet om de stad heen trekken, terwijl alle krijgslieden eenmaal om de stad heen gaan; zo moet gij zes dagen doen, terwijl zeven priesters zeven ramshorens voor de ark uit dragen. Maar op de zevende dag moet gij zevenmaal om de stad heen trekken en de priesters zullen op de horens blazen. Wanneer men op de ramshoorn de toon aanhoudt en gij het geluid van de hoorn verneemt, dan moet het gehele volk een luid gejuich aanheffen en de stadsmuur zal ineenstorten en het volk moet daarop klimmen, ieder recht voor zich uit” Jozua 6:3-5. Hoe belachelijk moet het wel niet geweest voor de inwoners van Jericho als zij de Israelieten om hen heen zagen trekken. Ze zullen waarschijnlijk zeer verbaasd en verontrust zijn geweest. Op zijn minst zouden ze toch verwachten dat Israel hen zou aanvallen met allerlei wapens. Maar nee, ze liepen rondjes rond de stad. Maar het was dit geloof in Gods Woord dat op de zevende dag de muren van de versterkte stad deed instorten. Het volk juichte. Ze waren blij omdat God hen de overwinning had gegeven!

Toen de stad instortte werd alles verbrand en iedereen gedood, behalve het huisgezin van Rachab (Jozua 6:22-25). Zij wordt door de Hebreeën schrijver genoemd in het lijstje van indrukwekkende geloofsgetuigen. Rachab was een hoer die in Jericho woonde ten tijde dat de verspieders van Israel er kwamen (Jozua 2). Zij geloofde in God. Zo zei ze tegen de verspieders nadat zij hen had verborgen “Ik weet dat de Here u het land gegeven heeft en dat de schrik voor u op ons gevallen is en dat alle inwoners van het land voor u sidderen. Want wij hebben gehoord, dat de Here de wateren van de Schelfzee voor uw ogen heeft doen opdrogen, toen gij uittoogt uit Egypte, en wat gij gedaan hebt aan de beide koningen der Amorieten aan de overzijde van de Jordaan, Sichon en Og, die gij met de ban geslagen hebt. Toen wij dat hoorden, versmolt ons hart en vanwege u bleef bij niemand meer enige moed over, want de Here, uw God, is een God in de hemel boven en op de aarde beneden” Jozua 2:9-11. Rachab had door geloof de verspieders in haar huis opgenomen in vrede. Hierdoor is zij niet omgekomen met de ongehoorzame inwoners van haar stad. Zij hadden ook van de wonderen van God gehoord, maar bekeerden zich niet.

De tijd ontbreekt

En wat moet ik nog verder aanvoeren? Immers, de tijd zou mij ontbreken, als ik ging verhalen van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David en Samuel en de profeten,  die door het geloof koninkrijken onderworpen, gerechtigheid geoefend, de vervulling der belofte verkregen hebben, muilen van leeuwen dichtgesnoerd, de kracht van het vuur gedoofd hebben. Zij zijn aan scherpe zwaarden ontkomen, in zwakheid hebben zij kracht ontvangen, zij zijn in de oorlog sterk geworden en hebben vijandige legers doen afdeinzen” Hebreeën 11:32-34.

De lijst van geloofsgetuigen uit het Oude Testament is nog veel groter, dan de enkele die tot hiertoe zijn aangehaald. Maar om te spreken van de geloofsdaden van Gideon, Barak, Simson, Jefta, David, Sameuel en de profeten is vanwege tijdsgebrek niet mogelijk voor de schrijver.

Gideon was de richter die het altaar van Baäl vernietigde en die de Midjanieten met slechts driehonderd man versloeg (Richteren 6-7). Barak voegde zijn troepen bij die van Debora en samen overwonnen ze Sisera en de Filistijnen bij Megiddo (Richteren 4-5). Simson was een zeer krachtige man die regelmatig uithaalde naar de Filistijnen. Hij verbrandde hun gewassen (Richteren 15:-8), doodde duizend Filistijnen met een ezelskaak (Richteren 15:9-16) en doodde op het einde van zijn leven enkele duizende Filistijnen, waaronder hun leiders, door de zuilen van een gebouw omver te duwen (Richteren 16:-23-31). Jefta leidde Israel naar de overwinning tegen de Ammonieten en onderwierp de Efraïmieten (Richteren 11:1-12:7). De grote militaire leider Saul wordt geweerd uit deze lijst. Zijn ongeloof die geleid heeft tot zijn verwerping door God verklaart ons dan ook waarom (1 Samuel 16:1). David is diegene die het rijk van Israel uitbreidde tot het land dat beloofd was aan Abraham. Maar we denken ook aan hoe hij Goliat versloeg (1 Samuel 17). Samuel was de laatste richter over het volk en is de profeet die zowel Saul als David tot koning van Israel heeft gezalfd (1 Samuel 7-9). Samuel werd opgevolgd door vele andere grote profeten zoals Elia, Elisa, Daniël, Ezechiël, … .

Al deze mensen hebben geleefd en gewandeld in geloof. Door geloof hebben zij koninkrijken omvergeworpen zoals we zagen bij Gideon (Richteren 7), Barak (Richteren 4), Simson (Richteren 15). Ook David was een grote veroveraar (2 Samuel 5:17-28; 8:1). Zij voerden deze strijd in geloof dat God bij machte was hen de overwinning te geven. Door geloof hebben zij gerechtigheid geoefend. Zij waren rechtvaardig en brachten het land vrede, bescherming en door God gegeven leiding zoals Samuel. “Samuel nu was richter over Israel, zolang hij leefde. Hij maakte van jaar tot jaar een rondreis langs Betel, Gilgal en Mispa, en richtte Israel op al deze plaatsen; daarna keerde hij naar Rama terug, want daar was zijn huis en daar richtte hij Israel; en hij bouwde daar de Here een altaar” 1 Samuel 7:15-17. Door geloof hebben zij de vervulling van de belofte verkregen. Wat God hen beloofde hebben zij verkregen, hetzij de overwinningen over koninkrijken of over persoonlijke moeiten. Door geloof hebben zij de muilen van leeuwen dichtgesnoerd, zoals Samson (Richteren 14:5-6) en David 1 Samuel 17:34-36). Maar ook Daniël werd geen kwaad gedaan toen hij in de leeuwenkuil werd geworden (Daniël 6). Door geloof hebben zij de kracht van het vuur gedoofd. De drie tijdsgenoten van Daniël weigerden om zich te buigen voor de goden van de Babyloniërs waardoor ze in het vuur werden gegooid. Maar het vuur deed hen niets (Daniël 3:25). Door geloof zijn zij aan scherpe zwaarden ontkomen zoals David (1 Samuel 19:10-12; 21:10), Elia (1 Koningen 19:1), Elisa (2 Koningen 6:14), Jeremia (Jeremia 26:8), … . Door geloof hebben zij kracht ontvangen in zwakheid zoals Simson (Richteren 16:28) of Elia (1 Koningen 19:9-15). Door geloof zijn zij sterk geworden in oorlog en hebben vijandige legers doen afdeinzen, zoals we in de verschillende voorbeelden hebben gezien.

Vorige