Gemeente van Christus  Houthalen Oost

Lessen van de splitsing van Israel (5) / 1 Koningen 15:25-16:28

Asa werd koning over Juda. Hij deed wat goed en recht was in de ogen van de Here. Toen de Kusiet Zerach tegen hem ten strijde trok, vertrouwde hij op God. Asa trad kordaat op tegen de afgoderij. Maar Asa maakte een verbond met koning Benhadad van Aram om tegen Basa van Israel te strijden. Daarom kend hij van die tijd af oorlogen. Op het einde van zijn leven werd hij ziek en zocht geen hulp bij de Here.

Nadab wordt koning over Israel (1 Koningen 15:25-32)

In het tweede jaar van Asa (de koning van Juda) werd Nadab, Jerobeams zoon koning van Israel. Hij regeerde twee jaar. Hij deed wat kwaad is in de ogen van de Here. Hij wandelde in de weg van zijn vader en in de zonde die deze Israel had doen bedrijven. Basa, de zoon van Achia van het huis Issakar, smeedde een samenzwering tegen hem. Basa sloeg hem dood te Gibbeton dat aan de Filistijnen behoorde, terwijl Nadab en Israel Gibbeton belegerden. Basa heeft hem gedood in het derde jaar van Asa en werd koning in zijn plaats. “Zodra hij koning geworden was, sloeg hij het gehele huis van Jerobeam dood; hij liet van Jerobeam niets over wat adem had, totdat hij het uitgeroeid had, naar het woord des Heren, dat Hij door de dienst van zijn knecht, de Siloniet Achia, gesproken had, wegens de zonden die Jerobeam had bedreven en die hij Israel had doen bedrijven, om de krenking die hij de Here, de God van Israel, had aangedaan.” 1 Koningen 15:29-30. Er was oorlog tussen Asa en Basa zolang zij regeerden.

Met de dood van Nadab werd de profetie over Jerobeam vervuld (1 Koningen 14:7-11). Het is Basa waarvan we in les 4 zagen dat hij tegen koning Asa van Juda optrok en Rama versterkte om alle verkeer naar Juda te verhinderen (2 Kronieken 16:1-10). Er waren maar twee generaties van Jerobeams familie die op de troon van Israel regeerden, waarna ze werden uitgeroeid vanwege hun zonden. Er zijn ongeveer 21 verwijzingen dooruit de geschiedenis van de koningen naar de zonden van Jerobeam de zoon van Nebat. Zijn zonden waren zo groot en erg dat zij dienden als een maatstaaf, een referentiepunt. Als het begin van de afdwaling van Israel.

Basa wordt koning over Israel (1 Koningen 15:33-16:7)

In het derde jaar van Asa, werd Basa, de zoon van Achia, voor vierentwintig jaar koning over heel Israel te Tirsa. En Basa deed wat kwaad is in de ogen van de Here. Hij wandelde in de weg van Jerobeam en in de zonde die deze Israel had doen bedrijven. Toen kwam het woord van de Here tot Jehu, de zoon van Chanani tegen Basa: “Omdat Ik u verhoogd heb uit het stof, en u tot een vorst gesteld over mijn volk Israel, maar gij gewandeld hebt in de weg van Jerobeam, en mijn volk Israel hebt doen zondigen, om Mij met hun zonden te krenken, zie, daarom ga Ik Basa en zijn huis wegvegen en uw huis gelijk maken aan het huis van Jerobeam, de zoon van Nebat. Wie van Basa in de stad sterft, die zullen de honden verslinden; en wie van hem op het veld sterft, die zal het gevogelte des hemels verslinden” 1 Koningen 16:2-4.

Basa ging te ruste en werd begraven in Tirsa. Zijn zoon Ela werd koning in zijn plaats. Ook is door de dienst van de profeet Jehu het woord van de Here tot Basa en zijn huis gekomen, omwille van al het kwaad dat hij in de ogen van Here heeft gedaan, door Hem te krenken met het werk zijner handen. Hij werd gelijk aan het huis van Jerobeam, ook omdat hij hem heeft verslagen.

Hoewel Basa het gezin van Jerobeam uitroeide, faalde hij in het uitroeien van de zonden die zij bedreven. Dit laat ons ook zien dat hij Nadab en de andere nakomelingen van Jerobeam uitroeide omwille van zelfzuchtige redenen i.p.v. Israel te willen zuiveren van zonde (vgl 1 Korintiërs 9:27). Lust naar macht en aanzien heeft al veel mensen verblind en misleid. Het is tijdens Basa’s regering dat veel inwoners van Israel naar Juda vluchtten omdat ze zagen dat de Here met Asa was (2 Kronieken 15:9). Eerder was dit al gebeurd tijdens Jerobeams regering (2 Kronieken 11:13-17). Hoe meer godsvruchtige inwoners er weggingen uit Israel, hoe zwakker het land werd. Maar wat zou jij doen? Blijven om te strijden tegen de goddeloosheid of jezelf en je gezin beschermen tegen de goddeloosheid?

God stuurde de profeet Jehu tot Basa om hem te laten weten dat ook zijn huis zou worden weggeveegd. Jehu was de zoon van Chanani. Chanani is de profeet die aan Asa profeteerde dat hij op zijn eigen inzichten had vertrouwd door een verbond met Benhadad te sluiten (2 Kronieken 16:7-10).


Ela wordt koning over Israel (1 Koningen 16:8-14)

In het zesentwintigste jaar van Asa werd Ela, de zoon van Basa, voor twee jaar koning over Israel. Zijn dienaar Zimri, de bevelhebber over de helft van de krijgswagens, smeedde een samenzwering tegen hem. Terwijl Ela zich bedronk te Tirsa in het huis van de hofmaarschalk Arsa, doodde Zimri hem en werd koning in zijn plaats. “Toen hij koning geworden was, sloeg hij, zodra hij op de troon zat, het gehele huis van Basa dood zonder er iemand van het mannelijk geslacht van over te laten; benevens zijn naaste verwanten en zijn vrienden. Zo heeft Zimri het gehele huis van Basa uitgeroeid, naar het woord des Heren, dat Hij over Basa gesproken had door de dienst van de profeet Jehu, wegens al de zonden die Basa en zijn zoon Ela bedreven hadden, en die zij Israel hadden doen bedrijven, zodat zij de Here, de God Israels, krenkten met hun ijdelheden” 1 Koningen 16:11-13.

Ook Ela deed net als zijn vader Basa wat kwaad is in de ogen van de Here. Zij krenkten de Here met hun ijdelheden.

Zimri wordt koning over Israel (1 Koningen 16:15-20)

In het zevenentwintigste jaar van Asa werd Zimri voor zeven dagen koning van Israel, terwijl het volk gelegen was tegen Gibbeton dat aan de Filistijnen behoorde. “Toen het volk dat daar gelegerd was, hoorde zeggen: Zimri heeft een samenzwering gesmeed en ook de koning doodgeslagen, maakte geheel Israel Omri, de legeroverste van Israel, te dien dage in de legerplaats koning” 1 Koningen 16:16. Omri en Israel trokken weg van Gibbeton en belegerden Tirsa. Toen Zimri zag dat Tirsa was ingenomen, stak hij het koninklijk paleis met hemzelf erin in brand. Dit gebeurde om de zonden die hij had gedaan door te doen was kwaad is in de ogen van de Here. Door te wandelen in de weg van Jerobeam.

Omri wordt koning over Israel (1 Koningen 16:21-28)

Toen splitste het volk zich in twee delen. De ene helft volgde Tibni de zoon van Ginat om hem koning te maken. De andere helft volgde Omri. Doch het volk dat Omri volgde, was sterker dan het volk dat Tibni volgde. Toen Tibni gestorven was, werd Omri koning. In het eenendertigste jaar van Asa werd Omri twaalf jaar koning over Israel. Hij regeerde zes jaar te Tirsa. Toen kocht hij van Semer voor twee talenten zilver de berg Samaria. Hij bebouwde de berg en noemde de stad die hij er bouwde Samaria, naar de eigenaar Semer. “En Omri deed wat kwaad is in de ogen des Heren, ja hij maakte het erger dan allen die voor hem geweest waren. Hij wandelde in al de wegen van Jerobeam, de zoon van Nebat, en in de zonde die deze Israel had doen bedrijven, zodat zij de Here, de God van Israel, krenkten met hun ijdelheden” 1 Koningen 16:25-26. Omri heeft dappere daden verricht. Omri stierf en werd begraven in Samaria. Zijn zoon Achab werd koning in zijn plaats.

Nadat Zimri zelfmoord had gepleegd was er veel onrust in het land. Sommigen wilden dat Tibni koning werd, terwijl anderen aanhangers van Omri waren. Omri bleek de sterkere te zijn. Deze strijd speelde zich af na de dood van Zimri in het zevenentwintigste jaar van Asa tot het éénendertigste jaar van Asa, toen Omri de onbetwistbare koning over Israel werd. Maar Omri was nog erger dan al zijn voorgangers. Ook hij ging verder met het aanbidden van de gouden kalveren die Jereobeam in Betel en Dan had geplaatst.

Het is niet omdat iemand goede en dappere dingen doet in zijn leven, dat daardoor het slechte goed wordt gemaakt. Omri was zeer invloedrijk. Seculiere geschiedenis leert ons dat de Assyriërs naar Israel verwijzen als het huis van Omri. Hij moet dus een grote indruk hebben gemaakt op de omliggende volkeren. Omri’s macht en welvaart is deels veroorzaakt doordat de Assyriërs op dat moment machtiger werden en strijd voerden met Aram van Damascus. Aram was de koning met wie Asa een verbond had gemaakt zodat deze Israel aanviel ten tijde van Basa (2 Kronieken 16:1-6). Nu Damascus zich moest verdedigen tegen de Assyriërs, werd Israel met rust gelaten door de Arameërs. Dit bracht voorspoed voor Omri en Israel. Maar het is niet omdat een natie welvarend is, dat God daarom alles goedkeurt wat ze doen.

Conclusie

Terwijl koning Asa over Juda regeert, passeren verschillende koningen de revue in het noordelijke Israel. Slechte koningen regeren over het algemeen minder lang dan de goede koningen.

Vorige