Gemeente van Christus  Houthalen Oost

Lessen van de splitsing van Israel (8) / 1 Koningen 19:1-21

Elia ontmoet Achab nadat hij Obadja had gevraagd om Achab bericht te geven dat hij er was. Achab had al de tijd van de droogte koortsachtig naar Elia laten zoeken, maar tevergeefs. Toen hij Elia zag, beschuldigde hij Elia ervan Israel in het ongeluk te storten. Elia laat het tot een openlijk duel komen tussen de 850 profeten van de afgoden en hemzelf als profeet van God. God gaf Elia de overwinning door het doorweekte altaar in vuur te doen ontbranden. De profeten van de afgoden waren even onmachtig als hun afgoden om het altaar te doen ontbranden. Door dit wonder keerde het hart van Israel tenminste tijdelijk terug tot God en werden de valse profeten gedood. Er kwam terug regen in het land.

Achab verhaalt Izebel wat Elia had gedaan (1 Koningen 19:1-8)

Toen Achab aan Izebel vertelde wat Elia had gedaan en hoe hij al de profeten met het zwaard had gedood, zond Izebel een boodschap naar Elia: “Zo mogen de goden doen, ja nog erger, indien ik morgen om deze tijd uw ziel niet gelijk zal maken aan de ziel van een hunner” 1 Koningen 19:2b. Toen Elia dat vernam maakte hij zich klaar en vluchtte weg om zijn leven te redden. Bij Berseba in Juda liet hij zijn knecht achter. Zelf trok hij een dagreis verder de woestijn in, zette zich onder een bremstruik en verlangde te mogen sterven en zei: “Het is genoeg! Neem nu Here, mijn leven, want ik ben niet beter dan mijn vaderen” 1 Koningen 19:4b. Daarop legde hij zich neer en viel in slaap onder de bremstruik. Maar zie, een engel raakte hem aan en zei: ‘sta op en eet’. Toen hij rondzag, lag daar aan zijn hoofdeinde een koek op gloeiende stenen gebakken en een kruik water. Hij at, dronk en legde zich weer neer. Doch opnieuw voor een tweede keer raakte de engel van de Here hem aan en zei: ‘sta op en eet, want de reis zou voor u te ver zijn’. Toen stond hij op, at en dronk en ging door de kracht van dat eten veertig dagen en nachten door tot aan het gebergte Gods, nl  Horeb.

Na de krachtige overwinning op de valse profeten, is het een grote teleurstelling voor Elia wanneer hij de bedreiging van Izebel ontvangt. Het leek erop dat de tijden en omstandigheden drastisch zouden veranderen in Israel na de confrontatie met de valse profeten, maar het was maar een schijn. Dit ontmoedigde Elia en hij werd depressief. Hij wilde zelfs sterven maar vreesde God genoeg om zichzelf niet van het leven te beroven. Hij vraagt God om hem te doden. Het leven kent hoogtes en laagtes. De hoogte van de overwinning op de valse profeten leidde niet tot een bekering van het volk, noch van Achab en Izebel. Integendeel, de dingen bleven zoals ze waren. Meer nog, hij krijgt een ernstig dreigement van Izebel dat ze hem zou gaan doden. Elia, de profeet van God verlaat zijn verantwoordelijkheid en vlucht weg van zijn verantwoordelijkheid.

Ons leven kent ook overwinningen en nederlagen. Het is een reëel gevaar dat we ons laten verleiden tot ontmoediging nadat we een overwinning hebben behaald. We moeten oppassen dat we dan niet gaan opgeven en weglopen van onze verantwoordelijkheden.

Gods openbaring in Horeb (1 Koningen 19:9-18)

Hij kwam bij een spelonk en overnachtte daar. En zie, het woord van de Here kwam tot hem: ‘wat doet gij hier Elia?’. “Daarop zeide hij: Ik heb zeer geijverd voor de Here, de God der heerscharen, want de Israelieten hebben uw verbond verlaten, uw altaren omvergehaald en uw profeten met het zwaard gedood, zodat ik alleen ben overgebleven, en zij trachten mij het leven te benemen” 1 Koningen 19:10. God antwoordde: ‘Kom naar buiten en ga op de berg staan voor het aangezicht van de Here’. En juist toen de Here zou voorbijgaan was er een geweldige en sterke wind die bergen verscheurde en rotsen verbrijzelde, die voor de Here uitging. In de wind was de Here niet. Na de wind was er een aardbeving, maar ook in de aardbeving was de Here niet. Na de aardbeving was er een vuur, maar ook in het vuur was de Here niet. Na het vuur was er het het suizen van een zachte koelte. Zodra Elia dit hoorde trok hij zijn mantel om zijn gelaat, ging naar buiten en bleef aan de ingang van de spelonk staan.

Het is goed om te zien hoe God met Elia omgaat. Hoe God met een ontrouwe dienaar omgaat. Hoe God met jou omgaat wanneer jij je verantwoordelijkheden ontloopt omdat je bang of laf bent geworden. God laat Elia niet vallen als een baksteen omdat hij ontmoedig is geraakt, nee, God zoekt hem op en vraagt hem wat hij daar aan het doen is. Niet dat God het antwoord niet zou weten. God vraagt Elia niet om informatie over de omstandigheden. God stelt soms vragen waar Hij het antwoord al op weet, zoals bij Adam en Eva (Genesis 3:9-13) en bij Kaïn en Abel (Genesis 4:9). God wil dat Elia gaat nadenken over wat hij daar aan het doen. God wist het immers al.

Maar het beste wat Elia kan, is God antwoorden met zelfbeklag. Ik ben zo ijverig voor u geweest Here. De Israelieten hebben uw verbond verlaten, uw altaren omvergehaald en uw profeten met het zwaard gedood. Ik ben helemaal alleen overgebleven en u willen ze mij ook nog eens doden. In Elia’s antwoord lezen we ‘arme ik’. Wanneer we aan zelfbeklag doen is het gemakkelijker voor ons om onze zonden goed te praten. ‘Hoe kon God immers van Elia verwachten om trouw te blijven in zulke moeilijke omstandigheden’. Zo denken en voelen veel mensen wanneer ze hun zonden proberen te rationaliseren. ‘Ik heb het recht om hier te zijn’, ‘ het is niet meer dan normaal dat ik wegvlucht’.

Maar dan laat God Zijn kracht zien, waartoe Hij in staat is. Eerst de sterke wind, daarna de aardbeving gevolgd door een vuur. Na het vuur kwam het suizen van een zachte koelte. Het is bij deze koelte dat Elia naar buiten komt en waar Hij God vindt. God was niet in de wind, noch in de aardbeving, noch in het vuur te vinden, maar in de stilte. Het is vaak zo dat de mens wil dat God altijd werkt met grote, indrukwekkende gebeurtenissen, wonderen en tekenen. We moeten begrijpen dat God nog steeds aan het werken is, ook al gebeuren er geen grootse dingen. Dit moest Elia ook beseffen. Hij mocht zich niet laten ontmoedigen omdat God niet te vinden was in de wind, de aardbeving en het vuur. Zo kunnen wij ons ook afvragen, waar is God naartoe? Waarom laat Hij dit toe? Waarom gebeuren deze dingen? Vgl Jesaja 18:1-7. Vergeet dan nooit dat God nog steeds bezig is te werken, ook al lijkt het niet zo.

Er kwam een stem tot hem: ‘Wat doet gij hier Elia?’. “Daarop zeide hij: Ik heb zeer geijverd voor de Here, de God der heerscharen, want de Israelieten hebben uw verbond verlaten, uw altaren omvergehaald en uw profeten met het zwaard gedood, zodat ik alleen ben overgebleven, en zij trachten mij het leven te benemen” 1 Koningen 19:14. Daarop zei de Here tot hem: “Keer op uw schreden terug, naar de woestijn van Damascus, en als gij daar gekomen zijt, dan zult gij Hazael zalven tot koning over Aram. Voorts zult gij Jehu, de zoon van Nimsi, zalven tot koning over Israel; en Elisa, de zoon van Safat, uit Abel-mechola, zult gij zalven tot profeet in uw plaats. Wie dan aan het zwaard van Hazael ontkomt, hem zal Jehu doden; en wie aan het zwaard van Jehu ontkomt, hem zal Elisa doden. Doch Ik zal in Israel zevenduizend overlaten, alle knieen die zich niet gebogen hebben voor de Baal, en elke mond die hem niet gekust heeft” 1 Koningen 19:15-18.

Opnieuw vraagt God aan Elia wat hij daar deed. God geeft Elia werk te doen. Hij moest stoppen met aan zelfbeklag te doen en bezig te zijn met Gods werk te doen. Hij moest de draad weer oppakken waar hij had afgehaakt. Hij moest stoppen met zich te fixeren op de dreiging van Izebel en het uitblijven van een volledige bekering van Israel. Het zelfbeklag deed hem ook denken dat hij de enige was die trouw was gebleven, maar God laat hem weten dat er nog zevenduizend anderen zijn die het kwade niet zijn nagevolgd.

Het is bemoedigend om te zien dat een grote man Gods dit heeft meegemaakt. Het leert ons dat God ook geduldig is met ons. Niet dat God Elia’s ongehoorzaamheid aanvaard en goedkeurt, maar Hij helpt hem om er uit te geraken. God laat hem niet aan zijn lot over. Maar wanneer je zelf in zo een toestand komt is het nodig om het zelfbeklag af te leggen en om bezig te zijn met het werk Gods. Te vaak worden depressieve mensen gezegd: ‘ocharme, gij hebt het niet gemakkelijk, rust maar wat en neem uw tijd’. God had compassie met Elia, maar zegt hem ook wat hij moet doen om hier uit te geraken. Ware compassie helpt de mens om uit zijn situatie te geraken ipv enkel medeleven te betuigen.

Het werk Gods moest voortgezet worden en God brengt Elisa in het leven van Elia.

Elisa wordt een volgeling van Elia (1 Koningen 19:19-21)

Nadat Elia daar was weggegaan, trof hij Elisa aan, de zoon van Safat. Hij was bezig te ploegen met twaalf span voor zich, terwijl hij zelf bij het twaalfde was. Toen Elia hem passeerde, wierp hij hem zijn mantel toe. Daarop verliet Elisa de runderen, liep Elia achterna en zei ‘laat mij toch mijn vader en moeder kussen, dan wil ik u volgen’. Elia zei ‘Ga heen, keer terug, want wat heb ik u gedaan?’. Toen keerde hij van achter hem terug, nam de runderen, slachtte het en kookte ze op het ploeghout, gaf het vlees aan het volk en zij aten. Daarna maakte hij zich gereed, volgde Elia en diende hem.

Elisa wordt een leerling profeet van Elia. Het feit dat hij zijn ossen slacht en kookt op het ploeghout, laat zien dat hij niet kon of wilde terugkomen op zijn beslissing. Zijn besluit stond vast en zijn handelingen getuigden hier van. Elia laat hem toe om eerst afscheid te nemen van zijn vader en moeder om hem dan te volgen. Dit in contrast tot het volgen van Jezus (Lukas 9:57-62).

Conclusie

Elia’s depressie is een lichtpunt voor ons. Wanneer wij ons zwak, belast en beladen voelen dan is het een zegen om te weten dat God er is. Hij vraagt ons dan ook waarom wij niet bezig zijn met Zijn werk. Zelfbeklag is geen optie en het helpt ons niet. God was nog steeds bezig met de goddeloosheid van Israel, ook al leek Izebels dreiging zo overweldigend. Geloof gaat door waar ons verstand zegt dat het genoeg is!

Vorige