Gemeente van Christus  Houthalen Oost

Levenslessen van Prediker (5) / Prediker 7:15-8:17

De zoon van David en koning van Jeruzalem deelt zijn wijsheid mee over het leven op deze aarde zonder God. Hij begint zijn boek met de conclusie van zijn observaties “Ijdelheid der ijdelheden, zegt Prediker, ijdelheid der ijdelheden! Alles is ijdelheid!” Prediker 1:2. Alles wat de mens uitwerkt is ijdel, of anders gezegd voorbijgaand, tevergeefs.

De zoektocht van Prediker (7:15-8:17)

Wijsheden waar mensen acht op moeten geven - vervolg (7:15-22)

Beperkingen van wijsheid


Allerlei heb ik gezien in mijn ijdele dagen: er is een rechtvaardige, die ondanks zijn gerechtigheid te gronde gaat en er is een goddeloze, die ondanks zijn boosheid een lang leven heeft. Wees niet te zeer rechtvaardig en gedraag u niet al te wijs; waarom zoudt gij uzelf tot verbijstering brengen? Wees niet te zeer goddeloos en wees geen dwaas; waarom zoudt gij sterven voor uw tijd?” 7:15-17.

We hebben het allemaal al gezien, goddelozen die een lang en voorspoedig leven leiden en rechtvaardige mensen die niets anders dan miserie kennen. Prediker komt nog terug op deze gedachte in 8:10-15.

Je hoort mensen nogal eens zeggen ‘waarom zou ik daarom rechtvaardig willen zijn, het brengt mij toch niets op? Het is toch goed zoals het is.’. Anderzijds streven mensen rechtvaardigheid na op zo een extreme wijze dat ze meer kwaad doen dan goed (vgl het met mensen die anderen dwingen om te geloven). Alles heeft echter zijn tijd en zijn wijze. Soms laten mensen zich zo leiden door rechtvaardigheid en wijsheid, dat ze het gaan zoeken in hun denkbeeldige godsdienst (vgl Lukas 18:9-14; Kolossenzen 2:20-23) die alleen maar indruk maakt op mensen, maar niet op God. Godsdienstige fanatici en criminelen brengen geen goede dingen voort.

Er is een algemeen principe dat wijsheid haar voordeel heeft op dwaasheid, maar toch zien we dat slechte dingen gebeuren aan goede mensen en andersom (vgl jongen die auto-ongeluk overleefde hoewel hij dronken was). Wees daarom niet iemand die door rechtvaardigheid en wijsheid een garantie zoekt voor een goed leven onder de zon. Wees langs de andere kant ook niet iemand die zich dan maar overgeeft aan goddeloosheid of dwaasheid, want dat zou er wel eens toe kunnen leiden dat je vroegtijdig sterft.

Het is goed, dat gij aan het ene vasthoudt en ook van het andere uw hand niet aftrekt, want hij, die God vreest, ontkomt aan dit alles. De wijsheid geeft de wijze meer macht dan tien machthebbers in een stad bezitten. Want niemand op aarde is zo rechtvaardig, dat hij goed doet zonder te zondigen” 7:18-20.

De mens die God vreest zal aan beide extremen ontkomen, de mens die God niet vreest zal zich aan één van deze extremen overgeven. De wijsheid geeft haar bezitter daarom ook enorm veel macht, het doet u ontkomen aan extremisme! Maar vergeet niet dat zelfs de meest wijze mensen op aarde zondigen. Zelfs rechtvaardige mensen zondigen. De sleutel om hiermee om te gaan is om God te vrezen (vgl 3:14; 5:7).

Ook moet gij niet letten op alle woorden die men spreekt, opdat gij niet hoort, dat uw knecht u vervloekt, want hoe menigmaal zijt gij u bewust, dat ook gij anderen hebt vervloekt” 7:21-22.

Wat moet je doen als iemand jou vervloekt? Prediker zegt om er niet teveel aandacht aan te geven, denkende aan de momenten dat je zelf anderen hebt vervloekt. Zet niet iedere keer als iemand kwaad van je spreekt, je Sherlock Holmes hoed op, opdat je alles te weten komt zodat die persoon zal kunnen boeten voor wat hij over jou heeft gezegd. Men waant zich vaak Jeff Vermassen die een moordzaak moet oplossen. Want men heeft jou toch zoveel onrecht aangedaan.

Hoe ga jij je knecht behandelen wanneer hij u vervloekt? Hem straffen, hem harder laten werken? Denk aan hoe vlug je zelf al eens iemand hebt vervloekt. Denk eens aan hoe vaak jij al verkeerde dingen over anderen hebt gezegd? Iemand die erop staat dat anderen hem altijd juist behandelen kent een ellendig bestaan. Zo iemand geeft de mensen rondom hem veel lijden. Wees geduldig met elkaar en verdraagt elkaars moeilijkheden. Iedereen zal teleurstelling kennen door mensen naar wie ze opkijken.

Wijsheid is onbereikbaar

Dit alles heb ik met het oog op wijsheid beproefd; ik zeide: ik wil wijsheid verwerven, maar zij bleef onbereikbaar voor mij. Onbereikbaar is wat bestaat, en onpeilbaar, wie kan het doorgronden? Ik wendde mij en mijn hart was er op uit om kennis te verkrijgen, onderzoek te doen en een wijze slotsom te zoeken en om goddeloosheid als dwaasheid en onverstand als verdwaasdheid te leren verstaan” 7:23-25.

Prediker heeft een nauwkeurige zoektocht ondernomen zonder tot een bevredigend antwoord te vinden, hij wilde wijsheid verwerven. Wat hij vond was dat absolute wijsheid onbereikbaar is voor de mens, er gebeurt teveel hier op aarde waar de mens geen antwoord op heeft en niet kan bevatten. Hoe vaak horen we de mens niet zeggen “dat gaat mijn begrip te boven” of “dat weet niemand”. Prediker had zoveel mogelijkheden en middelen om wijsheid te vinden, maar kwam tot de conclusie dat absolute wijsheid voor hem onbereikbaar is.

En ik ontdekte iets, bitterder dan de dood: de vrouw, die een valstrik is en wier hart een net is, wier handen boeien zijn. Hij, die aan God welgevallig is, ontkomt haar; doch hij, die niet welgevallig is, wordt door haar gevangen” 7:26.

Salomo waarschuwt in Spreuken regelmatig voor de verleidelijke vrouw (Spreuken 2:16-19; 5:1-14; 6:24-29; 7:1-27). “
Als een gouden ring in een varkenssnuit is een schone vrouw zonder verstand” Spreuken 11:22. Dit is wat Prediker ontdekte onder de zon. De goddeloze die zich door een vreemde vrouw laat verleiden en door haar wordt gevangen. Dit is bitterder dan de dood zegt hij. Daartegenover wordt de degelijke huisvrouw door Salomo geprezen (Spreuken 5:15-23; 31:10-31) en zegt hij “Wie een vrouw vond, heeft iets goeds gevonden en gunst van de Here verworven” Spreuken 18:22 (vgl 1 Korintiërs 15:33).

Zie, dit heb ik opgemerkt, zegt de Prediker, het een bij het ander voegend om een slotsom te vinden, die ik nog altijd zoek zonder ze gevonden te hebben: onder duizend heb ik een mens ontdekt, maar een vrouw heb ik onder deze allen niet ontdekt” 7:27-28.

Wat Prediker opmerkte was dat hij slechts één man onder duizend had gevonden die wijs was. Maar een wijze vrouw had hij nog niet ontdekt. Dit moet ons niet bevreemden wanneer we weten dat hij zevenhonderd vrouwen en driehonderd bijvrouwen had die zijn hart verleidden om andere goden na te volgen (1 Koningen 11:3-4). Het is duidelijk deze vrouwen niet wijs waren omdat zij de Here niet vreesden (Spreuken 31:30). Hoe toepasselijk zijn de woorden van Prediker 7:26 op hemzelf!

Alleen, zie toch: ik heb ontdekt, dat God de mensen recht gemaakt heeft, maar zij zoeken vele bedenkselen” 7:29.

Prediker ontdekte dat mensen niet dwaas zijn omdat God hen dwaas heeft geschapen, maar omdat zij zich bezighouden met vele goddeloze gedachten en begeerten.

Wijsheid is ondergeschikt aan de macht van de koning

Wie is als de wijze? En wie kent de verklaring der dingen? De wijsheid van een mens doet zijn aangezicht lichten, zodat de hardheid daarvan verandert. Neem het bevel des konings in acht, en wel ter wille van de bij God gezworen eed; ga niet overijld van hem weg, bemoei u niet met een kwade zaak, want hij doet al wat hem behaagt; want het woord eens konings is machtig, en wie zal tot hem zeggen: Wat doet gij?” 8:1-4.

Wijsheid geeft een mens inzicht hoe hij in bepaalde omstandigheden moet reageren. Maar het maakt niet uit hoe wijs je bent en hoeveel je weet, want de koning heeft de macht. Wanneer je jezelf onder de koning hebt geplaatst door een eed kan je maar beter maken dat je luistert naar de koning. Je moet hem gehoorzamen, u niet tegen hem keren, u niet inlaten met dingen die de koning zullen vertoornen, want de koning doet wat hij wil en neemt de beslissingen. Wie zal zijn gedrag in vraag durven stellen? Dus ook al ben je wijs, de koning is diegene die de touwtjes in handen heeft (vgl met uitdagen van politie).

Wie het gebod in acht neemt, zal geen kwaad ondervinden, en het hart des wijzen kent tijd en wijze. Want elk ding heeft zijn tijd en zijn wijze; immers het kwaad des mensen drukt zwaar op hem.” 8:5.

Wanneer gij het gebod van de koning in acht neemt, zult gij geen kwaad ondervinden. Het hart van de wijze weet wanneer en hoe hij moet handelen. Omdat mensen zich laten leiden door het kwade, handelen ze vaak impulsief. Boosheid legt een benauwende druk op de mens waardoor hij ongepast gaat handelen.

Niemand toch weet wat er geschieden zal, want wie zal hem te kennen geven, hoe het gaan zal? Geen mens heeft macht over de wind om hem tegen te houden; en niemand heeft macht over de dag des doods en er is geen verlof tijdens de strijd; evenmin zal de goddeloosheid haar bedrijvers vrijlaten” 8:6-8.

De mens weet niet wat er zal gebeuren, er is immers niemand die hem zal zeggen wat de dag van morgen brengt. Niemand kan de levensgeest (het Hebreeuwse woord rouach betekent wind, adem, geest) tegenhouden. Wanneer we sterven dan kunnen we er niets aan doen. Dat is een strijd die iedereen verliest, want in de oorlog krijgt niemand verlof. Ook worden slechte mensen niet gered door hun boosheid.

Dit alles heb ik gezien en ik richtte mijn aandacht op alle daden, die onder de zon geschieden ten tijde dat de ene mens macht heeft over de ander tot diens onheil” 8:9.

Dit waren dingen die Prediker bemerkte wanneer hij keek naar de voorbeelden waarin de ene mens de macht heeft over de andere.

Goddelozen worden beloond en rechtvaardigen lijden

Eveneens zag ik, hoe goddelozen begraven werden en de rust ingingen, terwijl zij die recht gehandeld hadden, van de heilige plaats moesten weggaan en in de stad vergeten werden. Ook dit is ijdelheid. Omdat het vonnis over de boze daad niet aanstonds voltrokken wordt, daarom is het hart der mensenkinderen in hen begerig om kwaad te doen, daar een zondaar honderdmaal kwaad doet en toch lang leeft. Nochtans weet ik, dat het de godvrezenden wel zal gaan, omdat zij voor Hem vrezen; de goddeloze daarentegen zal het niet welgaan en hij zal zijn levensduur niet verlengen als de schaduw, omdat hij voor God niet vreest. Er is een ijdel ding, dat op aarde geschiedt: er zijn rechtvaardigen, wie het gaat naar de verdienste der goddelozen en er zijn goddelozen, wie het gaat naar de verdienste der rechtvaardigen; ik zeide, dat ook dit ijdelheid is. Daarom prees ik de vreugde, omdat er niets beters is voor de mens onder de zon dan te eten en te drinken en zich te verheugen; en dat begeleide hem bij al zijn zwoegen gedurende de levensdagen die God hem geeft onder de zon” 8:10-15.

Sommige mensen doen slecht en vergeten wat ze hebben gedaan. Het gaat hen verder goed in het leven en sterven in rust zonder te hebben geboet voor hun onrecht. Ze komen er mee weg (vgl nazi-beulen). Daartegenover staan zij die rechtvaardig leven en veel lijden kennen (vgl Gods profeten Matteus 23:34-39). De oorzaak hiervan ligt in het feit dat de mens niet onmiddellijk wordt gestraft voor zijn boze daden. Omdat iemand niet dadelijk wordt gestraft voor zijn boze daad, is het hart begerig om kwaad te doen. Men denkt ‘er zal mij toch niets gebeuren’, ‘ik zal toch niet worden gestraft’ (vgl 2 Petrus 3; Lukas 17:26-29). Het is net zo bij onze kinderen. Als we effect willen hebben dan is het nodig om hen onmiddellijk te straffen en niet twee weken later.

Toch was Prediker er gerust in dat het de godvrezenden goed zal gaan omdat ze God vrezen in tegenstelling tot de goddelozen. Goddelozen zullen niet altijd wegkomen met hun onrecht, maar dat is niet altijd hetgeen wij zien onder de zon (vgl Jozef in Egypte, Stefanus die gestenigd werd).

Omdat dit het geval is, zegt Prediker dat het goed is om te eten en te drinken en zich te verheugen elke dag van zijn leven. Ga uzelf niet kwellen over het feit dat goddelozen het soms goed hebben. Uiteindelijk zal hun onrecht hen tegemoet komen!

De mens kan Gods werk niet doorgronden

Toen ik mijn hart erop zette om wijsheid te leren kennen en om de bezigheid te aanschouwen, die op aarde geschiedt terwijl men noch bij dag noch bij nacht met zijn ogen de slaap te zien krijgt, zo zag ik, dat de mens niets kan ontdekken van het werk Gods, dat onder de zon geschiedt; want hoezeer de mens zich ook aftobt met zoeken, hij kan het niet ontdekken, en wanneer soms een wijze mocht zeggen, dat hij het weet, hij kan het niet ontdekken” 8:16-17.

Al zouden we nooit slapen en ons hart erop focussen om wijsheid en inzicht te verkrijgen over de dingen die op de aarde gebeuren, dan nog zouden we niet in staat zijn om Gods werk te doorgronden. Het is onmogelijk voor de mens om te begrijpen hoe God in deze wereld werkt en waarom Hij de dingen laat gebeuren (vgl Psalm 73; Maleachi 3:13-4:3).

 

Vorige